Een kind, vooral een kind onder de vijf tot zeven jaar, is heel gevoelig voor de emoties die een verzorger heeft. Mijn vierjarige kleinzoon was daar van de week weer een mooi voorbeeld van. Leuk om te zien. Niet zijn heftige emoties, hoewel hij erg schattig wordt van nerveuze gevoelens, maar het feit dat je weer ziet dat het inderdaad zo werkt. Je weet het, maar soms vergeet je het als je geen duidelijke voorbeelden voor je hebt. En daarom deze blog. Lees verder →
Soms breekt mijn hart als ik zie wat familieruzies doen in het leven van kinderen en adolescenten in de rouw. Recentelijk ontving ik nog een email van een meisje van 17 jaar, die een half jaar geleden haar grootvader heeft verloren. Hoewel haar grootouders de eerste tien jaar van het leven van het meisje de vaste oppas waren en ze dus heel veel tijd met haar grootvader had doorgebracht, was de relatie tussen haar ouders en grootouders de laatste jaren zodanig bekoeld, dat het gezin zelfs niet naar de afscheidsdienst van opa was geweest. Lees verder →
“Verzin ik dit nu gewoon zelf”, vraag je je af, terwijl je aan de andere kant het idee hebt dat je een antwoord hebt gekregen op een vraag die je aan iemand hebt gesteld die aan de andere kant van de sluier is. Het waren de woorden die hij of zij ook vaak gebruikte. Zelfs de intonatie was hetzelfde. Maar aan de andere kant, waren het niet je eigen gedachten die het antwoord hebben gecreëerd? En zo kun je gaan twijfelen aan de liefdevolle begeleiding die je krijgt van degene die is overgegaan.
“Wat voel je nu?” vraag ik aan Kathleen. “Niets” zegt ze, “helemaal niets”. Ik voel helemaal niets als ik aan mijn moeder denk.” Kathleens moeder heeft het gezin verlaten toen Kathleen negen jaar oud was. Elk jaar met Kerstmis en haar verjaardag krijgt ze een kaartje van haar moeder, maar verder contact is er niet meer. Kathleens moeder vindt dat de kinderen uit haar vorige huwelijk niet meer passen in haar huidige leven met haar Griekse man. Kathleen heeft de huidige man van haar moeder zelfs nog nooit ontmoet. De 15-jarige Kathleen is volop op zoek naar zichzelf, een fase die bij de adolescentie hoort. Kathleen heeft het extra moeilijk in deze periode en maakt regelmatig keuzes die door haar vader en haar schoolomgeving niet worden aanvaard. Vandaar dat Kathleen nu regelmatig met mij komt praten. Lees verder →
Soms schaam ik me wel een beetje. Mijn moeder is ruim zeven jaar dood, mijn vader zes jaar langer. En ik merk dat ik hen soms gewoon vergeet. Niet dat ik een slechte jeugd heb gehad. Ik denk met plezier aan mijn jeugd terug. Maar als ik in mijn geboorteplaats ben geweest om één of andere reden en ik zit weer op de snelweg richting huis, moet ik steeds vaker denken: “O jee, ik had wel even langs het graf van mijn ouders kunnen gaan. Vergeten.” Lees verder →
Soms schrijf ik boeken die nooit het levenslicht zien. Toch staan er soms wel mooie stukken in. Hier een hoofdstuk uit “De reis door het land van rouw”.
Moeilijk is het om te accepteren dat een geliefde naaste is overleden. Soms lijkt het onwerkelijk, alsof de dierbare niet werkelijk is overleden.
“Gisteravond dacht ik dat ik haar zag staan in de gang, totdat ik me realiseerde. . . ‘
Verdriet kan zich op allerlei manieren uitdrukken. één ervan is de mystieke ervaring. Onder een mystieke ervaring versta ik het voelen van de aanwezigheid van de overledene, in de dagen, weken of maanden na het overlijden. De één ervaart dit als een mooie ervaring, terwijl een andere eenzelfde soort ervaring verontrustend vindt. Lees verder →
Ze lijken onweerstaanbaar met elkaar verweven. Een rouwende staat vaak zelf versteld van hoe groot de schuldgevoelens zijn die hij of zij ervaart.
Zoals Carla, wiens man was gestorven na een huwelijk van 24 jaar. Carla: “Ik weet dat ik veel van hem heb gehouden. Ik weet ook dat ik het vaak heb gezegd. Ik weet ook dat hij wist dat ik veel van hem hield. En nu zijn er die diepe schuldgevoelens: dat ik toen hij ziek was, niet genoeg heb gezegd dat ik van hem hield, dat ik niet gezegd heb dat ik altijd van hem zal blijven houden. Rationeel weet ik wel dat het niet klopt, maar toch diep van binnen zitten die schuldgevoelens.Lees verder →
En dan valt er stilte. Het praten is verstomd en er wordt niets gezegd. Terwijl er zoveel te zeggen is. Zoveel dat je zou willen zeggen. Je hebt erover nagedacht tijdens het rijden hier naar toe, wat je zou zeggen. Maar nu zit je hier, op nog geen meter afstand van degene die je aan het hart ligt en er is niets dan stilte. Je voelt de paniek in je opkomen, je spieren spannen zich, je schraapt je keel, maar de woorden komen niet. Je spanning neemt verder toe en je gedachten nemen een eigen loop: “het was een vergissing om op bezoek te gaan” of ‘heb ik iets verkeerd gedaan?” of “Ze is boos omdat ik nu pas op bezoek kom” Lees verder →
Afke, 16 jaar: Mijn vader overleed zeven maanden geleden. Hij had een hersentumor. Hij is twee jaar ziek geweest. Ik kan me het moment nog herinneren toen hij ons vertelde dat hij kanker had, mijn broertje was tien en ik was dertien. We hebben het allemaal meegemaakt, de operatie, de bestralingen, de uitzaaiingen, de chemotherapieën, maar uiteindelijk heeft hij de strijd verloren. Hij is in het hospice gestorven. We waren blij voor hem, want hij had erg veel pijn. In het begin was er opluchting, zowel bij mama, mijn broertje als bij mij. Maar, ondanks dat het al zeven maanden geleden is dat hij dood is gegaan, begin ik mijn vader nu steeds meer te missen.
Het doet mij altijd pijn als mensen zich ongerust maken over het feit dat ze zich binnen een jaar na het overlijden van een dierbare, de overledene zo missen. Zeker als jongeren dat zo voelen. Vandaar dat ik het niet alleen tegen Afke vertelde, maar ook weer aan dit papier vertel: Lees verder →
Sommige mensen vragen wat begeleiding bij rouw en verlies en positieve psychologie met elkaar te maken hebben. Levenslooppsychologie gaat inderdaad uit van de positieve psychologie en deze speelt inderdaad een belangrijke rol in de begeleiding van rouwenden. Maar niet zoals vele positieve psychologie invullen. Positieve psychologie gaat er niet van uit, dat we alles van de vrolijke kant moeten bekijken. Het gedachtegoed van de psychologie is uitgaan van de sterke kanten die iemand heeft.
We willen en kunnen niet de pijn van het verdriet wegnemen. Als iemand dood gaat waarvan je houdt, doet dat pijn. En je mag vertellen over je pijn, want je hebt tijd nodig om te beseffen dat degene waarvan je zoveel hield er niet meer is. Maar we kijken ook naar de sterke kanten om weer hoop te brengen in iemands leven, om kleine stapjes te zetten in een wereld zonder de geliefde naaste.
Zoals Bertie, pas zeven jaar oud toen haar moeder overleed. Bertie was een bescheiden meisje, dat altijd voor iedereen klaarstond. Deze mooie eigenschap had zich al laten zien toen haar moeder ziek was. Ze las haar broertje voor, stopte ’s avonds haar handje in haar vaders hand als hij probeerde zijn tranen te onderdrukken. Door haar bescheiden karaktertje zag ze wat er in haar omgeving speelde. Kon ze aangeven wat ze miste in haar huidige leventje. Kon ze aangeven wat haar broertje nodig had om zich weer thuis te voelen in hun huis zonder mama. En die kracht spraken we aan om haar het gevoel van controle terug te geven over haar leven. Niet dat haar verdriet er minder door werd. Ze miste mama nog steeds, maar door haar bewust te maken, hoe klein ze ook nog was, van haar mooie eigenschap, kreeg ze weer het gevoel van controle over de dagen die voor haar lagen.
Of Ilse, die 21 jaar was toen haar vader overleed. Tot haar sterkste karaktereigenschappen behoorde eerlijkheid en rechtvaardigheid. Hoe jong Ilse ook was, het kijken vanuit het perspectief van een ander was haar kracht. Ze was binnen het gezin de steun en toeverlaat. Ieder kon met zijn verhaal bij haar terecht, en ook al rouwde Ilse zelf op haar eigen unieke wijze, ze probeerde de ander niet om op haar manier te laten rouwen. Ze zag ook hoe goed het haar familieleden deed dat ze met haar konden praten, zonder oordeel, enkel luisterend en accepterend hoe de anderen rouwden. Dit gaf haar de kracht om met het verdriet van de dood van haar vader om te gaan. Hoewel de wereld in eerste instantie leek weggevaagd door het verdriet, geeft de hulp aan anderen hoop op de toekomst. Ze wil nu zelfs van studierichting veranderen om van het steunen van mensen een beroep te maken. Dit doel geeft haar, naast haar verdriet, de kracht om het leven weer te omarmen.
Natuurlijk lossen onze sterke kanten niet de pijn en het verdriet van het verlies op. Natuurlijk is de ontwikkeling van je sterke kanten geen garantie dat er geen tegenslagen zijn in je leven. Het leven is het leven. En bij het leven hoort liefde. En bij liefde hoort rouw. Rouw is de achterzijde van liefde. Maar we kunnen wel kijken naar onze sterke kanten om met pijn om te gaan.